Een ogenblik geduld a.u.b.

7.5 - Overige verrekeningen

Naast de verrekeningen zoals bedoeld onder 7.1 tot en met 7.4 zijn er nog een aantal overige soorten verrekeningen. Deze zijn opgenomen in deze categorie. De overige verrekeningen kunnen bestaan uit:

     1. toerekening overheadkosten direct verbonden aan grote investeringsprojecten

Aan grote investeringen zoals grondexploitaties en omvangrijke projecten kunnen aanzienlijke overheadkosten verbonden zijn. Echter door de invoering van een apart programma overhead binnen de begroting zou de investering opeens veel minder groot lijken en de overhead juist groot. Dit kan bij meerjarige investeringen ook tot gevolg hebben dat er begrotingstekorten ontstaan terwijl dit zonder een apart taakveld overhead niet het geval zou zijn geweest.

Daarom mogen de kosten van overhead wel worden toegerekend aan de investeringsprojecten indien het niet toerekenen van overhead zou leiden tot een tekort op de begroting. Als gebruik wordt gemaakt van deze uitzondering dan moet deze wel apart worden toegelicht bij het overzicht overhead, dat onderdeel uitmaakt van de begroting (en verantwoording).

In de verdelingsmatrix wordt deze boekingswijze vormgegeven door de reële lasten met betrekking tot alle overhead wel te boeken op het taakveld overhead maar het gedeelte betreffende het ‘grote investeringsproject’ kan vervolgens worden overgeboekt via het boeken van een negatieve last op deze categorie op het taakveld overhead naar de betreffende balanspost(en).

     2. activering van lasten

Bijvoorbeeld de activering van lasten met betrekking tot de bouwgrondexploitatie.

     3. overboeken van activa vanuit de balans naar de exploitatie

De verkoop van een actief moet in de exploitatie worden verantwoord. Hiertoe wordt het actief op de betreffende balanspost met categorie 7.5 afgeboekt, waarbij als tegenboeking de boekwaarde van het actief als last in de exploitatie op het geëigende taakveld wordt genomen. De verkoop vindt op dit taakveld vervolgens plaats tegen de opbrengstwaarde met categorie 3.2 (bij materiële vaste activa) of categorie 6.1 bij effecten.

     4. mutaties activa en passiva die niet het gevolg zijn van een economische transactie

Een economische transactie is een ruil of een overdracht waaraan betrokken partijen vrijwillig deelnemen. Alleen deze economische transacties mogen meetellen in het EMU-saldo. Lasten en baten aangaande niet-economische transacties mogen daarom niet op categorieën worden geboekt die worden gebruikt bij de bepaling van het EMU-saldo, i.e. alle categorieën met uitzondering van de categorieën die vallen onder de Verrekeningen (5x).

Voorbeelden van mutaties van activa en passiva die niet het gevolg zijn van een economische transactie zijn:

  • noodgedwongen (eenzijdig) afschrijven van een vordering, bijvoorbeeld omdat de schuldenaar deze niet erkent of failliet is gegaan (boeking bij uitspraak rechter). NB uitzondering hierop is het afboeken van oninbare belastingen en heffingen indien de opbrengst hiervan wordt gerapporteerd op basis van aanslagen (zie 2. Belastingen en 3.7 Leges en andere rechten). Indien voor het afschrijven van de vordering een voorziening was getroffen dan wordt in de balans zowel de betreffende vordering als de voorzieningen via categorie 7.2 verlaagd. Indien er geen voorziening was getroffen dan vindt tegenboeking van de afschrijving van de vordering plaats in de exploitatie;
  • afboekingen van materiële activa vanwege diefstal of natuurrampen;
  • herwaarderingen van duurzame (lees: over lengte van aantal jaren en aantoonbare) waardevermindering. Bijvoorbeeld het afwaarderen van de bouwgrondexploitatie;
  • herclassificatie of herstructurering van de eigen instelling, zoals het opgaan van een gemeenschappelijke regeling in een gemeente, waardoor activa en passiva van de gemeente toenemen of juist het afsplitsen van een onderdeel of dienst, waardoor activa en passiva van de gemeente afnemen;
  • herclassificatie van activa en passiva.