Een voorwaarde waaronder een betaling tot de Goederen en diensten wordt gerekend is dat tegenover de betaling een aanwijsbare prestatie moet staan in de vorm van een levering van goederen en/of diensten.
Daarnaast geldt voor alle categorieën met uitzondering van 3.1 Grond, 3.2 Duurzame goederen en 3.3 Pachten nog het volgende. Betalingen voor goederen en/of diensten geleverd door overheidsinstelling aan een overheidsinstelling mogen alleen (moeten) tot categorie 3.4.1 tot en met 3.8 gerekend wanneer aan één van de onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
of
Dit betekent dat bijvoorbeeld een betaling van een gemeente aan een gemeenschappelijke regeling (gr) voor het ophalen van het huishoudelijk afval in die gemeente alleen tot de goederen en diensten mogen worden gerekend als er aanbesteding heeft plaatsgevonden. Is er geen sprake van aanbesteding, dan moet de betaling worden geregistreerd als 4.3.3 Inkomensoverdrachten – gemeenschappelijke regelingen.
Daarentegen behoort de betaling van diezelfde gemeente aan diezelfde gr voor het ophalen van het afval van het gemeentelijk apparaat zelf (zoals het afval van het gemeentehuis) wel tot de aankoop van goederen en diensten. Dit met als reden dat het functioneren van het gemeentehuis onderdeel uitmaakt van het eigen productieproces. Of er al dan niet sprake is van aanbesteding speelt daarbij geen rol.
Ook als een gr voor de huisvesting van de eigen ambtenaren een kantoorpand huurt van een gemeente, is er sprake van een aankoop van een dienst (die onder de Goederen en diensten moet worden geregistreerd). Dit met als reden dat de gehuurde ruimte voor het huisvesten van het eigen apparaat is die taken uitvoeren die tot het eigen productieproces kunnen worden gerekend. Dit is ook van toepassing als een gr voor het kunnen uitvoeren van haar taken personeel inhuurt van een gemeente.